Ousmane
Het was een koude dag. Ik kwam aan bij de Albert Heijn aan de Nachtegaalstraat en ik zag hem direct. Ousmane stond dik ingepakt met zijn geplastificeerde krant in de hand. Geplastificeerd omdat ook Straatnieuws aan het digitaliseren is. Tegenwoordig kun je de QR code scannen die om de nek van de verkopers hangt waarmee je vervolgens een online krant kunt kopen. Niet alle verkopers zijn het daarmee eens, zo ook Ousmane niet. Ze verkopen nu een stuk minder krantjes omdat toch best wat Utrechters een ouderwets krantje in de hand willen.
​Ousmane was erg relaxed met het feit dat ik een dagje met hem meeliep. Later begreep ik waarom. Zo krijgt Ousmane best veel aandacht sinds hij een keer op werk verscheen met een koeienpak aan. Een zogeheten onesie. Een Guinees met een wit-zwart koeienpak, dat moet er op z’n minst interessant uit hebben gezien. Dat was ook de bedoeling van Ousmane. Hij wilde laten weten dat hij er was, als introductie met de bezoekers van de Albert Heijn aan de Nachtegaalstraat. Dat was gelukt.
Toen Ousmane 27 was, vluchtte hij uit Guinee, op zoek naar een waardig leven. Aangekomen in Nederland is hij via verschillende asielzoekerscentra in Utrecht terecht gekomen. Al die tijd wachtend op zijn Nederlandse papieren. Die kwamen niet. Als ongedocumenteerde in Utrecht zijn er maar een paar opties voor onderdak. Één van die opties was een opvang. Daar verbleef Ousmane voor zijn eerste periode. Een tweede optie is onderdak bij een vriend. Zodoende leeft Ousmane inmiddels een jaar bij een Nederlandse vriend waar hij veelvuldig voor kookt. Niet omdat het moet, maar omdat hij het leuk vindt. Er verschijnt een glimlach als hij praat over het eten. Door middel van koken kan hij nog altijd zijn Guineese afkomst laten zien. “Pepper, lots of pepper”.
Hij steekt een sigaretje op, de zoveelste vrouw op leeftijd begroet hem, hij groet beleefd terug. Hij ritst z’n jas nog wat beter dicht. Ik zie dat wat hij aanheeft eigenlijk een heus skipak is. Ik begrijp het wel. Na al die jaren nog niet gewend aan de koude regen en de gure winden van ons kikkerlandje. Ik vraag hem wat het voor hem betekent om dit werk te kunnen doen. “It is good”, want het geeft hem een waardig gevoel. Hij wil niet niks doen, hij wil iets terugdoen voor het land waar hij is van gaan houden. Vreemd denk ik, aangezien Nederland toch haar uiterste best heeft gedaan Ousmane te weren. Maar het gaat niet om het land, het gaat om de mensen, en die zijn vriendelijk. Zij zorgen gezamenlijk voor de alsmaar voortdurende aanwezigheid van Ousmane in hun leven. Iedere dag, tijdens het boodschappen doen. Door een krantje te kopen of door hem geld of wat te eten te geven.
Het gaat Ousmane dan ook niet om het geld. “Inside I feel happy”. Van de buitenkant misschien niet zichtbaar door een gebrek aan geld en spullen, maar als je goed kijkt juist oh zo zichtbaar. Veel vertrouwen puttend uit de Koran, is hij precies op de plek waar hij hoort te zijn. Alles waar hij op wacht, zal op een zeker moment gebeuren, als een onweerlegbaar feit. Voor hem is dat een eigen familie, een vrouw en een kind. Maar op zoek gaat hij niet, het zal komen. Op exact het juiste moment.
Tot die tijd zal hij iedere dag op de Nachtegaalstraat staan, standvastig en sterk als een koe. Nu begrijp ik het koeienpak. Het was niet voor anderen, het was voor hemzelf. In Guinee staat de koe symbool voor kracht en volhardendheid. Het koeienpak zal hij niet meer aandoen, maar de kenmerken die erbij horen zal hij voor altijd bij zich dragen.